In Atmosphères verkent het Brussels Jazz Orchestra het spanningsveld tussen de sfeervolle dromerigheid van impressionistische muziek en het gegeven van een groot jazzorkest, dat zowel extatisch en extravert, als intiem en introvert klinkt. Het BJO transformeert in deze productie muziek die oorspronkelijk voor één instrument of een klassiek ensemble is gecomponeerd. Toparrangeurs Bert Joris, Florian Ross en Pierre Drevet zetten hun tanden in enkele meesterwerken van Maurice Ravel, Claude Debussy en Erik Satie, met als resultaat: Atmosphères. Impressionisme en jazz hebben meer gemeen dan je op het eerste gehoor zou vermoeden!
Artistiek leider Frank Vaganée: “Het impressionisme gebruikt dezelfde harmonieën als jazzimprovisaties. Ook ritmisch geeft deze muziek een zwevende indruk, een aanpak die in de jazz wordt gecultiveerd bijvoorbeeld door het verleggen van ritmische zwaartepunten. Een jazzorkest kan met dit impressionistisch materiaal heel inventief omgaan door een nieuwe, vrije orkestratie en solistische expressie. Dat geeft een heel ander elan aan deze composities.”
Componist en arrangeur Pierre Drevet bewerkte Valses nobles et sentimentales, een suite van walsen gecomponeerd in 1911 door Maurice Ravel, samen met Debussy de belangrijkste impressionist in de klassieke muziek.
Pierre Drevet: “In feite is deze muziek met zijn heldere melodieën en haast simpele harmonieën, zoals de beste jazz standards: je kan ze spelen, arrangeren of doen klinken zoals je wil, met gelijk welke formatie. Ik maakte van de originele Valses die 15 minuten duren, een suite van een uur.” De Franse trompettist Pierre Drevet speelt al 12 jaar bij het Brussels Jazz Orchestra en is één van de huiscomponisten en –arrangeurs van het orkest.
Tombeau de Couperin: Prelude is eveneens een werk van Ravel en werd bewerkt voor big band door Florian Ross (D): “Ik werd van mijn sokken geblazen zowel door de pianoversie als de georkestreerde versie Tombeau de Couperin. Dat gevoel werd nog sterker toen ik ontdekte dat Ravels orkestratie zo geraffineerd, eenvoudig en effectief was: er is nauwelijks een noot in de orkestversie die je niet in de pianopartituur vindt! Dus besloot ik om gelijkaardige aanpak te kiezen en bijna als een studie vertaalde ik het stuk in een big band compositie. Ik was verbaasd hoe intuïtief alle noten op hun plaats vielen en hoe goed het werkte voor big band…”
Trompettist en arrangeur Bert Joris tot slot, nam twee composities voor zijn rekening. Jeux de vagues van Debussy Jeux de reflets et de la vitesse gebaseerd op de Gymnopédie 1 van Satie. Over Jeux de vagues zegt Joris: “Het geheel heeft een essentiële swingfeel meegekregen waarin de jazzmuzikanten zich meer thuis voelen. De motieven van Debussy's Jeux de Vagues zijn echter allen behouden gebleven zij het met soms een ietwat aangepaste frasering. Om het geheel een zekere lichtheid mee te geven heb ik gebruik gemaakt van dempers en spelen dwarsfluit en bandoneon een belangrijke rol.” Met Jeux de reflets et de la vitesse trachtte Joris om “de alom gekende melodie en bijbehorende harmonie sporadisch te laten opduiken in een omgeving van onstuitbare beweging. Het ritme van de walking bass en de drums nemen het orkest doorheen het ganse stuk op sleeptouw en trekken zich niets aan van wat er rondom hen gebeurt.”